Schaalmodel gemaakt door Claire Louis in 2001

Het museum liet deze maquette maken op basis van de kennis uit middeleeuwse geschriften en illustraties, archeologische opgravingen, vergelijkingen met andere steden en latere plannen van Brussel. Als je ernaar kijkt in de richting van de Grote Markt, is de maquette naar het zuiden gericht. De maquette wordt didactisch gebruikt. Daarom staan er minder gebouwen op, maar die worden in verhouding wel groter weergegeven. Naar schatting woonden zo’n 5.000 tot 10.000 mensen in de stad in het midden van de 13e eeuw. Ontdek de stad van toen via de vlaggetjes met nummers 1 tot 12.

Haven aan de Zenne

Nummer 1 verwijst naar de haven van Brussel. De aanlegsteiger aan de oever van de Zenne staat vol met verschillende goederen die daar met platbodems werden aangevoerd. Om de zwaarste lasten te hijsen, werd er een houten kraan gebruikt. De brug over de Zenne heette toen 'Scipbrug’. Hier is de haven ontstaan, waarschijnlijk in de 10e eeuw. In die tijd konden de planken van de brug worden opgetild om goederen te laden of te lossen van schepen die eronderdoor voeren.

Sint-Gorikseiland

Nummer 2 geeft het Sint-Gorikseiland aan, dat door de armen van de Zenne omringd wordt. Het eiland is niet natuurlijk ontstaan. Het is het resultaat van de graafwerken om de rivier om te leiden om watermolens te laten draaien. De wijk dankt zijn naam aan de kerk die aan Sint-Gorik is gewijd.

Nedermerct

Nummer 3 laat zien hoe onze Grote Markt van vandaag er in die tijd kon hebben uitgezien. Toen werd ze "Nedermerct" genoemd. Ze werd in de 12e of 13e eeuw op voormalige weilanden aangelegd en vormde de grootste commerciële ruimte in de stad. Aan de noordkant van het plein lag de broodhal, een houten gebouw dat dienst deed als overdekte markt voor bakkers. Op deze locatie bevindt zich nu het Museum van de Stad Brussel (het Broodhuis), dat u momenteel bezoekt.

Franciscanenklooster

Nummer 4 geeft het Franciscanenklooster aan. De broeders van de bedelorde van Sint-Franciscus van Assisi vestigden zich in die tijd in de volkse en commerciële benedenstad. Deze religieuzen leefden niet in afzondering, maar smeedden integendeel belangrijke banden met de bevolking. Vele Brusselaars kwamen naar hun preken luisteren. Bij opgravingen zijn de resten van dit klooster, naast het huidige beursgebouw, blootgelegd.

Steenweg

Bij nummer 5 kunt u de Steenweg volgen, de enige verharde weg in die tijd. Deze weg vormde de verbinding tussen de bovenstad en de benedenstad. Het was de belangrijkste straat van de stad. In de benedenstad was deze weg ook een belangrijke winkelstraat.

Kasteel van de hertogen van Brabant

Nummer 6 verwijst naar het kasteel van de hertogen van Brabant op de Koudenberg, vermoedelijk gebouwd in het begin van de 12e eeuw. Als de hertog in Brussel was, verbleef hij hier met zijn hofhouding en voerde hij hier zijn beleid. De achterste muur van het kasteel werd in de stadsmuren verwerkt. Enkele overblijfselen van het gebouw zijn te zien op de archeologische site van het Coudenbergpaleis, in de buurt van het Koningsplein.

Kantersteen

Nummer 7 stelt het Kantersteen voor, een van de stenen woningen die de rijkste Brusselse families in de stad lieten bouwen. Er waren maar heel weinig woningen van steen. Alle andere woningen in de stad waren huizen met een rieten dak en een houten structuur die met leem (een mengsel van stro en aarde) werd opgevuld.

Stadsomwalling

Nummer 8 toont een van de torens van de 4 km lange verdedigingsmuur rond het Brussel van toen. Deze eerste stenen omwalling, met grachten eromheen, werd gebouwd in de eerste helft van de 13e eeuw. Ze telde zeven versterkte poorten, waar men de toegang tot de stad kon controleren en belastingen op goederen kon heffen. Deze toren werd later bekend onder de naam Anneessenstoren en bestaat nu nog. Hij is te bewonderen op de huidige Keizerslaan.

Kapellekerk

Nummer 9 brengt u naar een buitenwijk, dat wil zeggen een stadsdeel dat zich buiten de stadsmuren heeft ontwikkeld. Hier woonden vele arbeiders, die actief waren in de bouw-, leerlooierij- en textielsector. De Hoogstraat was de hoofdweg in deze wijk. Aan deze straat werd de parochiekerk van Onze-Lieve-Vrouw-ter-Kapelle in de loop van de 13e eeuw stap voor stap gebouwd.

Oud Korenhuis

Nummer 10 verwijst naar het korenhuis, een gebouw met houten structuur dat in de 13e eeuw werd gebouwd om de graanmarkt in te organiseren.

Sint-Janshospitaal

Nummer 11 verwijst naar het Sint-Janshospitaal. Die instelling nam voor een beperkte tijd bepaalde mensen op: arme patiënten die zich niet meer konden verplaatsen of niet meer konden bedelen, zwangere vrouwen zonder middelen en achtergelaten kinderen. In de kerk naast het hospitaal konden ze naar religieuze diensten gaan.

Collegiale van Sint-Michiel en Sint-Goedele

Nummer 12 brengt ons naar een heuvel waar de belangrijkste kerk van de stad op staat. Deze werd opgedragen aan Sint-Michiel (Sint-Michaël) en Sint-Goedele. De diensten van de kerk werden verzorgd door een gemeenschap van kanunniken die door de hertog van Brabant gefinancierd werden. De kerk kreeg de titel van ‘collegiale’ kerk. Ze vormde het religieuze centrum van de stad. Hier bevond zich ook de eerste Brusselse school. Het koor van de kerk was eerst in Romaanse stijl gebouwd, maar werd vanaf de jaren 1220 geleidelijk aan in gotische stijl verbouwd.

Ga nu naar het oudste plan dat in deze zaal te zien is.