Brusselse faience. Atelier Mombaers, 1705.
De beginjaren van de Brusselse faience
Op de achterkant van het bord lezen we ‘BRUSSEL gebackt 1705’ tussen twee paar letters die verwijzen naar Cornelis Mombaers (MB) en diens Nederlandse zakenpartner Dierick Witsemburgh (WB). Samen openden ze een faienceatelier in Brussel. Hoewel faience in de 17e eeuw op weinig succes kan rekenen, gedijt deze toegepaste kunst in het 18e-eeuwse Brussel erg goed.
Blauw en wit, net als in Delft … en China
Naar analogie met het Delfts blauw kiezen ook de Brusselse faienceateliers voor de combinatie van helder blauw met wit, in een poging het Nederlandse succes te evenaren. Het Delftse aardewerk is op zijn beurt dan weer een imitatie van het Chinese porselein dat in die tijd erg in trek is. Die Chinese invloeden zijn ook duidelijk te herkennen op de rand van het bord, waar we een decoratief motief zien met bloemen en vogels.
De Brusselse Sint-Michiel
In het midden van het bord zien we de aartsengel gekleed als Romeinse soldaat in een lichtstraal tussen de wolken. Met bliksemstralen verslaat hij een demon, half mens half dier. De strijd van het goede tegen het kwade verwijst naar de religieuze traditie die hier wordt opgeroepen door de initialen IHS (waarmee verwezen wordt naar Jezus Christus de Verlosser). De keuze om Sint-Michiel op het bord af te beelden, is ongetwijfeld ook een knipoog naar de bestuurders van de Stad Brussel. Al sinds de middeleeuwen is de aartsengel namelijk het symbool van de stad. Het faienceatelier van Cornelis Mombaers kon toen inderdaad op de steun rekenen van het stadsbestuur, dat de plaatselijke economie een duwtje in de rug wilde geven.
Volgende stap
Vervolg uw bezoek via de lange gang die u naar de zaal met porselein voert. Porselein is doorschijnender en verfijnder dan faience. Maar het is ook steviger. Het toegelichte werk is een bord in de laatste vitrinekast rechts achteraan in de zaal.