Bronzen beeldje. Hiëronymus Duquesnoy de Oudere. 1619-1620
Ziehier het bekendste symbool van Brussel. Dit is het originele beeldje, gemaakt door Hiëronymus Duquesnoy de Oudere en in 1619 bij hem besteld door de Brusselse overheid. Het kleine standbeeld deed dienst als een fonteintje en sproeide destijds zijn water op de hoek van twee straten niet ver van de Grote Markt. Later werd het om veiligheidsredenen vervangen door een identieke kopie.
De barokke versie van een veel ouder beeldje
De gangbare benaming van dit plassende mannetje komt uit het middel-Nederlands dat gesproken werd door de Brusselaars: “Manneken-Pis”. Een eerste versie van het beeldje, waarvan we de maker niet kennen, bestond al in 1451, zo blijkt uit een document over het waternet, dat een hele reeks fonteinen van de Stad Brussel van water voorzag.
In 1620 wordt het eerste beeldje vervangen door de nieuwe, barokke versie die u hier ziet. Manneken-Pis, 55,5 cm hoog, draait het hoofd, tilt de hielen lichtjes van de grond, buigt door de knieën, helt achterover en plast terwijl hij zijn geslacht vasthoudt met de linkerhand.
Een plassende putto
Als we het beeldje nauwkeuriger bekijken, zien we dat het jongetje met de bolle wangen ook pronkt met een ronde buik en een ongelooflijk gespierde torso. Het weze duidelijk dat dit geen weergave is van een echt kind, maar van een “putto”. Die Italiaanse term verwijst in de kunstgeschiedenis naar een naakt, al dan niet gevleugeld kinderfiguurtje met bolle wangen, een personificatie van onschuld. Dit thema, dat zijn oorsprong heeft in de antieke voorstelling van de liefdesgod Cupido, raakt vanaf de 15e eeuw terug in de mode. Het wordt op diverse manieren verbeeld, onder meer als de plassende putto die al in de oudheid bestond en die van de 15e tot de 18e eeuw weer populair is. In die periode duikt dit soort gebeeldhouwde of geschilderde figuur op diverse plaatsen in Europa op. We mogen veronderstellen dat ook Manneken-Pis op die traditie terug te voeren is, alsook op de middeleeuwse voorliefde voor verrassende vormen van fonteinen.
Het symbool van de Brusselaars
Al eeuwenlang valt Manneken-Pis in de smaak door zijn gevoel voor humor. In de loop der jaren zijn hem ook andere eigenschappen en karaktertrekken toegedicht, waarin de Brusselaars zichzelf herkennen. Men ziet in hem een stoutmoedig, vrijgevochten kereltje, dat zich niets aantrekt van wat men over hem zegt. In 1695 maakt een satirische tekst van hem de woordvoerder van de Brusselaars, die scherpe kritiek uit op de Franse koning Lodewijk XIV omwille van diens verantwoordelijkheid in het vreselijke bombardement op de binnenstad. Manneken-Pis is dan al tot ver buiten de stadsmuren bekend. In de 19e eeuw dragen tal van legendes bij tot zijn faam. Ook nu nog grijpt men in karikaturen of reclame graag naar het plassende mannetje terug, wanneer het erop aankomt een voorstelling te geven van de stad Brussel en haar inwoners.
Manneken-Pis is een icoon geworden, dat ook veel hedendaagse kunstenaars inspireert.
Een bewogen geschiedenis
Al diverse keren werd geprobeerd het beeldje te ontvoeren. In 1817 moest het vakkundig worden gerestaureerd nadat het in verschillende stukken was gebroken, en kreeg het een nieuwe stevige sokkel. De zichtbare sporen onder de knieën zijn dan weer het gevolg van de kidnapping van het beeldje in 1965. Het brak toen in twee stukken: de voeten en onderbeentjes bleven vastzitten aan de sokkel, terwijl de rest van het lichaam werd meegenomen door de dief. Eens teruggevonden, werd het beeldje hersteld en veilig bewaard in het museum.
Volgende stap
Draai u om naar de vitrinekasten waarin het belang van Manneken-Pis voor de Brusselaar wordt uiteengezet.